ONS
ONS
op uzelf ontredderd teruggeworpen, ontluisterd uit uw doen
piekert u, heb ik ze nog, mijn hoofd, mijn armen en mijn benen
hebben we nog eten te verdelen
doen we de omstanders na, immiteren we de gebaren en hun trekken
wordt het blijven of vertrekken?
uw binnenste danig in de war, recht- en grenzeloos bezeten
misselijk wijst u naar het ongemak de aangedane pijn,
is het dit of is het dat, het verborgen vlees en bloed
niet te vatten, laat zich niet kennen, dit vreemde
blind verdragen stelt ons drastisch op de proef
woordeloos dwaalt mijn kompas in 't rond
droom ik dat ik elders het betere dromen kan, dat
van onverschillig welk ritme in mij opwelt, mij
gewaarwordt, een hand reikt, mij geleiding biedt en duur
ons een plek wijst, een thuis misschien of
of verontwaardigd, me dunkt, kunnen we zelf de situatie overwegen
met onze eigen weg, waardig weg